Jan Toering

hart

Herdenk Jan Toering door hem in uw hart te sluiten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Jan Toering
Voornaam Jan
Achternaam Toering
Beroep Kok
Geboortedatum 19 juli 1898
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensplaats Het Engelse Kanaal
Overlijdensdatum zaterdag 18 mei 1940
Begraafplaats Het Engelse Kanaal

                                                                                                                                      Kustvaarder Pia/PGSW

 

Jan trouwde te Beverwijk op 18 mei 1922 Elisabeth Mulder, geboren Beverwijk 26-05-1898, overleden Velsen 26-11-1938. Exact 18 jaar later overleed hij bij deze scheepsramp. De zoon van Jan en Elisabeth, Leo Toering, werd opgepakt bij de Razzia van 16 april 1944 in Beverwijk. Hij werd vanuit Kamp Amersfoort vrijgelaten tussen 16 april en 11 augustus 1944.

De Pia was onderweg met een lading kolen en had het jacht Albatros III  op sleepthouw. Ter hoogte van Gravelines liep de Pia op een mijn en zonk direct. Er waren 7 bemanningsleden aanboord van de Pia waarvan er 6 omkwamen: Kapitein Jan Pekelder en zijn vrouw, Stuurman Albertus Vos, Machinist Berend Drevel, Matroos Hiele Lettinga, Kok Jan Toering. Matroos Rutger Radema was de enig overlevende van de bemanning.

Er waren ook 4 passagiers aan boord de heer Carel Louis ter Meulen en zijn vrouw Nelle ter Meulen-Overduin. Zij overleefden de ramp. Carel Louis ter Meulen overleed op 27 juli 1945 in Indonesië.

De heer Jacob Jan Bootsgezel met zijn zus Elisabeth Johanna Kooreman-Bootsgezel kwamen om. Daarnaast wordt melding gemaakt van twee onbekende Nederlandse vluchtelingen die zijn omgekomen. Mogelijk is er sprake van dubbeltelling.

Of de ex-vrouw, Grietje Lantinga, van Jan Pekelder aan boord was betwijfel ik omdat op 17 maart 1939 het vonnis van de scheiding door de Rechtbank Groningen uitgesproken was. 

Volgens de oorlogsgravenstichting zou machinist Berend Drevel op 19 mei 1940 overleden zijn in Petit-Fort-Philippe, een deel van Gravelines. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld Orry-la-Ville te Orry-la-Ville/Senlis bij Parijs. Volgens de overlijdensakte Slochteren nr 21 van 10 februari 1951 is Berend Drevel overleden bij de ramp op 18 mei 1940. Het is goed mogelijk dat Berend door de Albatros III aan wal is gebracht en daar is overleden.

Er zijn verschillende verhalen in omloop over de lading en de passagiers.

1e van de website www.wrecksite.eu

2e van de website www.naval-history.net

3e van de website forum zeevaart/gkv/kustvaart1939-1945

4e van de website Stichting Maritiem-Historische Databank.

5e van de website www.shipspotters.nl

Of het schip is onderweg met een lading kolen of het vaart in ballast. Het schip heeft het jacht Albatros III op sleeptouw. Is dit jacht van de heer Carel Louis ter Meulen en zijn vrouw Nelly ter Meulen-Overduin, of is dit jacht van de heer Jacob Jan Bootsgezel met zijn zus Elisabeth Johanna Kooreman-Bootsgezel. Het wordt niet duidelijk uit de verschillende verhalen.

Zie ook de informatie van Stichting Maritiem-Historische Databank.

Hierbij een deel van de tekst:  Op reis van Antwerpen via Nieuwpoort en Duinkerken naar Boulogne in ballast met het Nederlandse jacht 'Albatros III' op sleeptouw om ongeveer 13.45 uur op een mijn gelopen bij Gravelines en gezonken. Van de elf opvarenden kwamen zes bemanningsleden en vier anderen om het leven. De 'Albatros III' bracht de enige overlevende naar Boulogne en later naar Engeland.
(18-05-1940 vertrokken uit Nieuwpoort naar Duinkerken met op sleep de Nederlandsche jacht Albatros III. 18-05-1940 aangekomen in Duinkerken en na instructies dezelfde dag vertrokken met bestemming Boulogne, Frankrijk maar nabij Gravelines op een mijn gevaren waarna gezonken. Kapitein Pekelder en zijn vrouw, alsmede 4 bemanningsleden en 4 passagiers, waarvan 2 van de Albatros III worden vermist. 1 bemanningslid werd gered. De Albatros III heeft de geredde eerst naar Boulogne en later naar Folkestone, Engeland gebracht. De omgekomenen zijn: Kapitein A. Pekelder en zijn vrouw, stuurman A. Vos, machinist J. Drevel, matroos J. Lettinga en kok J. Toering. De vier passagiers waren de eigenaar van het jacht, de heer Bootsgezel en zijn zuster en twee onbekende Nederlandse vluchtelingen. De stoffelijke overschotten van deze tien personen zijn nooit gevonden.)